Het begon al in de jaren ’20 met De Nederlandse Bioscoopbond. Daarna volgde de kerk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren het de Duitsers. Allemaal wilden ze invloed hebben op wat er werd geschreven over de filmwereld. Tegenwoordig is dat een stuk minder, maar nog steeds wordt er vanuit makers druk uitgeoefend voor een goede recensie. Hoe vrij ben je eigenlijk als recensent?
Je ongezouten mening geven en dat onderbouwen. Recenseren klinkt niet moeilijk. Het is overal op toe te passen; films, games, maaltijden, voorstellingen, optredens en nog veel meer. En alle makers van voorgaande opties willen maar één ding: een positieve recensie, zodat ze meer geld kunnen verdienen. Dat kunnen ze het beste doen door iets te maken waar jij positief over bent. Soms willen ze dat een beetje stimuleren.
Als we kijken naar de filmjournalistiek dan bleken in de jaren ’10 de bioscoopadvertenties vanwege hun inkomsten al belangrijker dan een filmrecensie. Filmbesprekingen leken dan ook vaak een pr-ding. Daar kwam rond 1918 dan een beetje verandering in met een iets serieuzer filmblad De Film-Wereld. Maar in 1918 kwamen ook de Duitse sexfilms in de bioscopen en daar was de kerk dan niet zo blij mee. Sowieso waren ze bang dat de bioscoop ‘een gevaar voor de goede zeden was’. Daar ontstond een filmkeuring voor katholieke normen en het blad Filmfront uit. Dat deed het aardig goed. Totdat de Duitsers het vanwege het katholieke karakter tijdens de Tweede Wereldoorlog verboden. Na de oorlog heeft het blad een doorstart gemaakt en heeft het nog een tijdje bestaan (bron: Peter Bosma, werkboek Filmkritiek)
Zulke bemoeienis zien we nu in Nederland niet meer. Maar er zijn wel andere manieren om je te manipuleren tot het schrijven van een recensie die misschien niet helemaal strookt met hoe je echt over het product denkt.
In de gamejournalistiek hebben de PR-bureaus de macht. Ze deinzen niet terug voor embargo’s, tenzij een waardering hoger dan een 8 of het tekenen van een geheimhoudingsverklaring. Voor een gamejournalist is snelheid macht, dus reken maar dat het geven van een 9, ook al is het spel dat niet waard, aantrekkelijk klinkt. Nick Kivits schreef voor Villamedia al een artikel hierover en stelde dat PR-bureaus maar al te goed weten dat gamers naar gamejournalisten luisteren. En dat sommigen er alles aan doen om een cijfer omhoog te krijgen. Dat kan met een vriendelijk verzoek om de recensie offline te halen tot een vervelend telefoontje waarin ze je proberen te overtuigen het cijfer te heroverwegen. Gamejournalisten doen dit maar al te graag, want als je niet meewerkt dan loop je kans dat ze je geen materiaal meer sturen.
Amerikaanse amusementswebsite IGN wordt er al jaren van beschuldigd geld of andere cadeautjes (zoals pr-trips) aan te nemen voor positieve reviews. Dit is niet bewezen en natuurlijk een gerucht. Steeds vaker is de beoordeling die door IGN gegeven wordt veel hoger dan die dan van het publiek. Kijk naar de film House of the Dead. Op IMDb krijgt deze horrorgameverfilming een 2,1. Ai. Op IGN krijgt de film drie van de vijf sterren, wat neerkomt op een 6 of 7. Dat is een groot verschil, maar niet onmogelijk. IGN is zeker niet de enige website die hier van beticht wordt en nogmaals, het is een gerucht. Maar mocht jij nou een volgende keer voor een pr-tripje ergens naar toe gaan, bedenk dan even of dat uitje invloed heeft op je recensie.
Een Franse blogger was niet tevreden over haar restaurantuitje en plaatste een negatieve review op haar blog. Gevolg: een rechtszaak en een boete van 1500 euro. Dan denk je de volgende keer wel even twee keer na. In Nederland valt een recensie onder vrijheid van meningsuiting, maar kunnen er wel grenzen aan gesteld worden. Zo moet het op waarheid gebaseerd zijn en moet je dit aan kunnen tonen. Als jij je hier als foodcritic aan houdt, dan zal er niet zo veel aan de hand zijn.
Filmjournalistiek (en gamejournalistiek en andere takken waarvoor je recenseert) wordt tegenwoordig als een pr-middel gezien en niet als serieuze journalistiek. Journalist Nico van den Berg noemt filmrecensies ‘koopwaar’ en kranten ‘een consumentengids voor filmland’. En dat is niet gek met bovenstaande voorbeelden. Hoe serieus kan je een recensie dan nog nemen?
Gelukkig zijn daar nog altijd de eigenwijzen die hun mening geven en voor niets of niemand bang zijn. Pas gepensioneerde filmredacteur Ab Zagt bijvoorbeeld. Hij werkte jaren lang voor Het Algemeen Dagblad en kreeg een levenslange ruzie met Theo van Gogh vanwege een slechte recensie. Of overleden filmjournalist Peter van Bueren, die geen blad voor de mond nam of elke YouTuber die nergens een contract heeft, zijn eigen games koopt en gewoon lekker kan zeggen wat hij wil.
Ja, je ongezouten mening geven kan en mag. Maar als je toch laat verleiden om die game een 9 te geven om zo het embargo te omzeilen en als één van de eerste een review te kunnen schrijven, een leuke pr-trip naar Parijs krijgt of bang bent om aangeklaagd te worden? Is jouw recensie dan nog wel jouw ongezouten mening?